gierungen seitens ihrer Kommissare ein-
zureichen.
Artikel 12.
Diese Uebereinkunft wird auf unbe—
stimmte Zeit geschlossen.
Sollte einer der vertragschließenden
Staaten eine Aenderung oder die Auf-
hebung der Uebereinkunft wünschen, so
kann er dieselbe auf den 1. April jedes
Jahres kündigen.
Zwischen der Kündigung und dem
Aufhören des Vertragsverhältnisses soll
indeß ein Zeitraum von mindestens einem
Jahre liegen.
Artikel 13.
Das Recht beider vertragschließenden
Staaten, in Fällen der Noth, ins-
besondere eines Krieges oder der Be-
drohung mit einem Kriege, die auf ihrem
Gebiete befindlichen Leuchtfeuer auszu-
löschen und die Tonnen und Baken zu
entfernen, wird durch diesen Vertrag
nicht berührt.
Artikel 14.
Die Festsetzung des Betrags der Be-
triebs- und Unterhaltungskosten der oben
im Artikel 1 aufgeführten Anlagen für
den Zeitraum vom 1. Januar 1895 bis
zum letzten März 1897 und die Ab-
rechnung darüber zwischen den beiden
Staaten nach dem Grundsatze, welcher
im ersten Absatze des Artikels 2 festgestellt
ist, sollen noch erfolgen auf Grund der
im Eingange dieses Vertrags bezeichneten
28. Dezember 1884
Uebereinkommen vom 2. Januar 1885
und 10. , 16. April 1887. Soweit es zur
- 609 -
Û ÒÚ$ $”e ee
beide talen worden beiden Regee-
ringen van wege Hare Commissa-
rissen aangeboden.
Artike!l 12.
Deze overeenkomst wordt voor
onbepaalden tijd gesloten.
Mocht een der contracteerende
Staten eene verandering of de op-
hefling der overeenkomst wenschen,
200 kan hij) hiervan op den 1. April
Vvan ieder jaar mededeeling doen.
Tusschen de opzegging en de
buitenwerkingstelling der overeen-
komst moet intusschen eene tüd-
ruimte liggen van minstens 66n jJaar.
Artike! 13.
Het recht van beide contractee-
rende Staten om in gevallen van
nood, in het bizonder van een oorlog
ol het dreigen van een oorlog, de
op hun gebied zich bevindende vuren
te blusschen en de tonnen enbakens
weg te nemen, blijft door deze Over-
cenkomst onaangetast.
Artikel 14.
De bepaling van het bedrag der
kosten voor onderhoud en beheer
der boven in artikel 1 gencemde in-
richtingen, over het tidvak van
. Jannari 1895 t./m. ultimo Maart
1897, en de verrekening daarvan
tusschen de beide Staten naar den
gZrondslag als in het 186e gedeelte
Van artikel 2 vastgesteld, zullen nog
geschieden op den voet der vroe-
gere, in het hoofd dezer over-
cenkomst vermelde verdragen van
28. December 1884 6. April 1887.
2. Januari 1885