1022
4. Nitrozellulose, insbesondere
Schießbaumwolle (auch Cotton-
Powder), Kollodiumwolle und
Pyropapier, sofern diese Stoffe
mit mindestens 20 Prozent Wasser
angefeuchtet sind, ferner Patronen
aus gepreßter (gemahlener)
Schießbaumwolle mit einem
Paraffinüberzuge (wegen ge-
preßter Schießbaumwolle mit min-
destens 15 Prozent Wassergehalt,
wegen Schießbaumwolle in Flocken-
form und wegen Kollodiumwolle,
beide mit mindestens 35 Prozent
Wassergehalt, sowie wegen Kollo-
diumwolle mit 35 Prozent Alkohol
siehe Nr. XXXIX und XL);
5. Lithotrit.
A.
Verpackung.
Zu 1.
Fertige Patronen für Hand-
feuerwaffen,) mit Ausnahme der unter
Nr. XXXVI aufgeführten, sind zunächst
partienweise in Kartons von steifer Pappe
derart fest zu verpacken, daß ein Ver-
schieben in den Kartons nicht eintreten
kann. Die einzelnen Kartons mit Pa-
tronen sind sodann dicht neben= und über-
einander in gut gearbeitete, dem Ge-
wichte des Inhalts entsprechend starke
Holzkisten oder Tonnen, deren Fugen
so gedichtet sind, daß ein Ausstreuen
nicht stattfinden kann, und welche nicht
mit eisernen Reifen oder Bändern ver-
sehen sind, fest zu verpacken. Statt der
hölzernen Kisten oder Tonnen können
auch aus mehrfachen Lagen sehr starken
und steifen gefirnißten Pappdeckels ge-
fertigte Fässer (sogenannte amerikanische
4. Nitrocellulose, in het bis-
zonder schietkatoen (ook
cotton-powder), collodium wol
en pyropapier, voor 2zooVver
deze stoffen een watergehalte
van ten minste 20 pct. bezitten.
Voorts patronen gevuld met
geperst (gemalen) schiet-
katoen met een laagje pa-
raffine (voor geperst schiet-
katoen met een watergehalte
van ten minste 15 pct., voor
Vvlokvormig schietkatoen en voor
collodiumwol, beide met een
watergehalte van ten minste
35 ptc., benevens voor collo-
diumwol met 35 pect. alcohol
zie n. XXXIX en XI.).
5. Lithotriet.
A.
Verpakking.
Betreffende nꝰ. 1.
() Gevulde patronen voor
handvuurwapens, mit vitzonde-
ring der onder w.XXXVI genoemde.
moeten in de eerste plaats bij par-
tijen zoodanig verpakt zijn in stevige
kartonnen doozen, dat zij daarin
niet kunnen verschuiven. Die al-
zonderliske doozen met patronen
moeten vervolgens vast naast en
boven elkander gepakt worden in
goed bewerkte houten kisten of
vaten, welke voldoende sterk zijn
voor het gewicht van den inhoud
en waarvan de naden zoodanig dicht
zijn gemankt, dat de inhoud zich
niet kan verspreiden, terwijl zij nier
mogen voorzien ziin van ijzeren
hoepels of banden. In plaate van
houten kisten of vaten kunnen Cok