Full text: Reichs-Gesetzblatt. 1910. (44)

                              G. 
Begleitung der Sendungen explosiver 
Gegenstände. 
Bei Aufgabe von mehr als einer 
Wagenladung ist von dem Absender 
Begleitung mitzugeben, welcher die spe- 
zielle Bewachung der Ladung obliegt. 
Die Begleiter dürfen während der Fahrt 
ihren Platz weder in noch auf den mit 
explosiven Gegenständen beladenen Wagen 
nehmen. 
                             H. 
Benachrichtigung der Anterwegs- 
stationen und der am Transport 
beteiligten Verwaltungen. 
Die sämtlichen auf der Fahrt zu 
berührenden Stationen sowie das Per- 
sonal der Züge, mit denen unterwegs 
Kreuzung oder Überholung stattfindet, 
sind durch die Bahnverwaltung von 
dem Abgang und dem Eintreffen der 
Sendungen rechtzeitig zu benachrichtigen, 
damit jeder unnötige Aufenthalt ver- 
mieden und die durch die Natur des 
Bahnbetriebs bedingte Gefahr möglichst 
vermindert, auch jede andere Ursache 
einer solchen ausgeschlossen werde. 
(₂) Wenn eine Sendung auf eine 
andere Bahn übergehen soll, so ist deren 
Verwaltung sobald als möglich von der 
Zuführung der Sendung in Kenntnis 
zu setzen. 
                                              I. 
Ankunft auf der Bestimmungsstation 
und Auslieferung der Sendungen. 
(₁) Die Sendungen sind dem Adressaten 
durch die Empfangsstation, der von 
Reichs-Gesetzbl. 1910. 
1033 
G 
Begeleiding van de zendingen 
ontplofbare stoffen. 
Bij aanbieding ten vervoer van 
meer dan eene wagenlading is de 
afzender gehouden de goederen te 
doen begeleiden, ten einde de bijzon- 
dere bewaking daarvan te verzeke- 
ren De begeleiders mogen ge- 
durende het vervoer noch in noch 
op de met ontplofbare stofflen ge- 
laden wagens plaats nemen. 
H 
Kennisgeving aan de tusschenstations 
en aan de bij het vervoer betrokken 
spoorwegbesturen. 
C) Alle stations, welke onderweg 
aangedaan worden benevens het 
Personeel der treinen, die gekruist 
of voorbijgereden worden, moeten 
door het spoorwegbestuur tijdig in 
kennis worden gesteld met het ver- 
trek en de aankomst van de zendin- 
gen, opdat elk onnoodig oponthoud 
vermeden, het gevaar, dat kan ont- 
staan uit den aard van het spoorweg- 
vervoer, 200veel mogelijk vermin- 
derd en iedere andere aanleiding tot 
gevaar voorkomen worde. 
(i) Wanneer eene zending op eenen 
anderen spoorweg moet overgaan, 
dan moet het betrokken bestuur 2zoo 
spoedig mogelijk in kennis worden 
gesteld met de te verwachten komst 
daarvan. 
J 
Aankomst op het station van be- 
stemming en aflevering van de 
Zendingen. 
(u Van de aankomst van de zen- 
dingen moet aan den geadresseerde 
155
	        
Waiting...

Note to user

Dear user,

In response to current developments in the web technology used by the Goobi viewer, the software no longer supports your browser.

Please use one of the following browsers to display this page correctly.

Thank you.