— 1051—
Kiste während der Beförderung
ausgeschlossen ist.
c) In einer Kiste dürfen weder ver-
schiedenartige Schießmittell, noch
Schießmittel mit anderen Explosiv-
stoffen zusammengepackt werden.
In einem Eisenbahnwagen darf
nur je eine Kiste mit Schießmitteln
oder Pulvergeweben und Fabrikaten
aus ihnen befördert werden; die
Beiladung von Explosivstoffen ist
unzulässig. Die Annahme zur Be-
förderung kann hiernach beschränkt
werden. Jeder Kiste mit Schieß-
mitteln muß ein besonderer Fracht-
brief beigegeben werden, der keine
anderen Gegenstände umfassen darf.
d) Die Kisten dürfen durch eiserne
Nägel nur verschlossen werden,
wenn diese gut verzinkt sind. Die
Kisten sind mit einer den Inhalt
deutlich kennzeichnenden Aufschrift
zu versehen. Außerdem sind sie mit
einem Plombenverschluß, oder mit
einem auf zwei Schraubenköpfen
des Deckels angebrachten Siegel
(Abdruck oder Marke), oder mit
einem über Deckel und Seiten-
wände der Kiste geklebten, die
Schutzmarke enthaltenden Zeichen
zu versehen.
e) Der Absender hat im Frachtbrief
eine von ihm unterzeichnete Er-
klärung abzugeben, worin auch das
Zeichen der Plombe, des Siegels,
der Siegelmarke oder der Schutz-
marke angegeben ist. Die Er-
klärung hat zu lauten:
„Der Unterzeichnete erklärt,
daß die in diesem Frachtbrief
schuiven in de kist gedurende
het vervoer niet kan plaats
hebben.
c) In 6éne kist mogen noch ver-
schillende soorten schietmid-
delen, noch schietmiddelen met
andere ontplofbare stoffen te
zamen verpakt worden. In
66nen spoorwagen mag telkens
slechts ééne List met schiet-
middelen of kruitweefsel en de
daaruit vervaardigde fabrikaten
vervoerd worden; het bijladen
Van ontplofbare stoffen is ver-
boden. De aanneming ten ver-
voer kan dienovereenkomstig
beperkt worden. Bij iedere
kist met schietmiddelen moet
een bijzondere vrachtbrief ge-
voegd zijn, waarop geene andere
goederen mogen voorkomen.
d) De kisten mogen alleen dan met
IH##zeren spijkers gesloten worden,
Wanneer deze goed vertind zijn.
Zij moeten voorzien worden
Van een opschrift, dat duidelijk
den inhoud omschrifft. Boven-
dien moeten zij voorzien ziju
Van eene afsluiting door een
looden zegel, of van een op
twee schroefkoppen van het
deksel aangebracht zegel (af-
druk of merk) of van een over
deksel en zijwanden geplakt
teeken met het fabrieksmerk.
ey) De aBender moet op den vracht-
brief eene door hem onder-
teekende verklaring stellen, waa-
rin ook het merk der looden
#f andere zegels of het fabrieks-
merk aangegeven is. De ver-
klaring moet luiden:
„De ondergeteekende ver-
klaart, dat de in dezen
157“