Diese Vorschrift soll auch auf die Nebenflüsse des Rheins Anwendung finden; jedoch auf diejenigen Strecken der Nebenflüsse, welche Grenzgewässer mit einem an der Uebereinkunft nicht be- theiligten Staate bilden, nur soweit, als in dem Nachbarlande ein gleiches Vor- gehen beobachtet wird. Die an einzelnen Nebenflüssen be- stehenden ständigen Fischereivorrichtungen sollen dieser Vorschrift nicht unterliegen, wenn mit denselben eine auf dieses be- sondere Fangmittel gerichtete Fischerei- berechtigung verbunden ist. Artikel II. In den im Artikel 1 (Abs. 1) be- zeichneten Strecken des Rheinstroms und in den daselbst (Abs. 2) bezeichneten Nebenflüssen des Rheins, soweit sie den Durchzug der Lachse und Maifische zu den Laichplätzen vermitteln, dürfen Treib- netze beim Fischfange nur angewendet werden, wenn sie zwischen Ober- und Unter-Simm (Ober- und Unter-Leine) nicht über 2,5 m breit sind. Einwandige Netze, welche nur zum Fange von Stör bestimmt und geeignet sind, sollen dieser Beschränkung nicht unterworfen sein. Mehrere Treibnetze dürfen nur in einer Entfernung von einander ausgeworfen werden, welche mindestens das Doppelte der Länge des größten Netzes beträgt. Artikel III. Im Rheinstrom vom Fall bei Schaff- hausen an abwärts, in allen Ausflüssen desselben, durch welche Wasser von dem 194 Deze bepaling is cok op de zij- rivieren van den Rijn #toepasselijk, doch op die gedeelten dier zijri- vieren, welke de grens uitmaken Van eenen staat, die geene partij is bi; deze overeenkomst, slechts Voorzocverre in het naburige land eene gelike handelwijze wordt ge- volgd. De op sommige 2zirivieren be- staande vaste visscherijinrichtingen, waaraan een voor dit bijzondere Vischtuig geldend vischrecht verbon- den is, zijn aan de bepaling van dit artikel niet onderworpen. ARTIKEL II. In de in Artikel I, eerste alinea, aangewezen gedeelten van den Rijn en in de bij alinea 2 aangewezen Zijrivieren van den Rijn, voorzoo- Verre deze aan zalm en elft toegang naar de paaiplaatsen verleenen, mogen drijfnetten bii de vischvangst slechts gebruikt worden, wanneer zi) tuschen den bovenreep en den onderreep niet meer dan 2,5 meter breed ziin. Netten zonder ladder- mazen, die slechts voor de Steur- Vangst bestemd en geschikt zijn, zijn niet aan deze beperking onder- worpen. Driffnetten mogen slechts op een aflstand van elkander worden uit- geworpen, van minstens het dubbele der lengte van het grootste net. ARTIIEL III. In den Rijn van den val bij Schaffhausen afwaarts, in al zijne uitmondingen, waardoor water van