— 213 — nung oder Etikettirung der Waaren oder ihrer Verpackung nach Maßgabe der in dieser Beziehung allgemein angenomme- nen Grundsätze durch Gesetz geregelt sein wird, durch ein Abkommen oder durch Austausch von Erklärungen die Förm- lichkeiten festsetzen, von deren Erfüllung der Genuß der bezüglichen, von dem einen und anderen Theile seinen Ange- hörigen eingeräumten Rechte abhängig sein wird. Artikel 7. Kein Einfuhr-, Ausfuhr- oder Durch- fuhrverbot darf von einem der vertrag- schließenden Theile dem anderen gegen- über erlassen werden, welches nicht ent- weder gleichzeitig auf alle, oder doch unter gleichen Voraussetzungen auch auf andere Nationen Anwendung findet. Hinsichtlich der Ein- und Ausfuhr der Waaren, ihrer Durchfuhr oder zoll- amtlichen Niederlage, der zu zahlenden Zölle, welcher Art sie seien, und der Zoll- förmlichkeiten jeder Art verpflichtet sich jeder der vertragschließenden Theile, den anderen unverzüglich und ohne Weiteres an jeder Begünstigung, jedem Vorrecht oder jeder Herabsetzung in den Eingangs- und Ausgangsabgaben, sowie jeder an- deren Befreiung oder Konzession theil- nehmen zu lassen, welche er einer dritten Macht eingeräumt hat oder einräumen wird. Begünstigungen, welche einer der bei- den vertragschließenden Theile unmittel- bar angrenzenden Staaten oder Kolonien zur Erleichterung des Grenzverkehrs ge- delsmerken als ook van opschriften of etiketten van waren of van de verpakking daarvan, overeenkom- stig de daarvoor algemeen aange- nomene grondregelen bij de wet zal geregeld zijin, door eene covereen- komst of door het uitwisselen van verklaringen de formaliteiten vast- stellen van welker nakoming het genot der bedvelde van de eene en de andere parti aan ziine onder- hoorigen toegekende rechten afhan- kelijk zal zijn. ARTIKEL 7. Geen verbod van invoer, uitvoer of doorvoer kan door eene der con- tracteerende partijen tegenover de andere worden uitgevaardigd, het- Wwelk niet hetzij gelisktidig op alle of althans onder gelijke omstandig- heden ook op andere natien toe- asselijk is. Ten opzichte van den inen uitvoer der waren, den doorvoer of het tol- plichtig depot, de te betalen tolhet- lingen van welken aard zij ock Wezen mogen en de tolformaliteiten Van allerlei aard verbindt zich elk der contracteerende partisen om de andere parti) zonder uitstel en on- verwijld te doen deelen in elke be- gunstiging, elk voorrecht of elke verlaging van de in- of uitvoerrech- ten, alsock in elke andere vrijdom of concessie welke zi; aan eene derde macht ingwilligd heeft of zal inwilligen. Op begunstigingen die eene der beide contracteerende partijen aan. onmiddeli)k aangrenzende staten of kolonien tot gemakkelijk maken van