Sind sie aber derart, daß die Aus— gaben dafür die für die Unterhaltung und Verwaltung im laufenden Jahre aus— geworfenen Beträge nicht überschreiten, und sind die ständigen Kommissare dar— über völlig gleicher Ansicht, so kann zu der Aenderung oder Erweiterung ohne weiteres Benehmen zwischen den Regie- rungen geschritten werden. Artikel 6. Der unter 4 des Artikels 4 bezeich- nete Voranschlag unterliegt der Geneh- migung beider Regierungen, die sich ihre Entschließung gegenseitig mittheilen. Stellt sich die Nothwendigkeit einer Ueberschreitung in Folge von Natur- ereignissen 2c. im Laufe eines Etatsjahrs heraus, so soll ein vorheriges Benehmen mit dem anderen Theile und die Ein- holung seiner Zustimmung stattfinden. Mehrausgaben, über welche nicht vorher ein Einverständniß mit dem anderen Theile erzielt worden ist, fallen allein dem Staate zur Last, der sie gemacht hat. Artikel 7. Geht aus dem unter 3 des Artikels 4 gedachten Protokolle hervor, daß weniger ausgegeben ist, als veranschlagt war, so kommt der Rest beiden Regierungen, und zwar jeder zur Hälfte, zu gute. Artikel 8. Als Kosten, welche auf Grund dieses Vertrags von beiden Staaten gemein- sam zu tragen sind, werden nicht be- trachtet die Ausgaben für neue Anlagen, - 607 - Zijn zis echter van dien aard, dat de uitgaven daarvoor de voor het onderhoud en beheer in het loopende- Jaar uitgetrokken bedragen niet over- schrijden en zijn de permanente Commissarissen daaromtrent geheel Van hetzelfde gevoelen, 200 kan tot de verandering of uitbreiding zonder verder overleg tusschen de Regee- ringen worden overgegaan. Artikel 6. De sub 4 van artikel 4 bedoelde begrooting wordt onderworpen aan de goedkeuring van beide Regee- ringen, die elkander hare beslissing mededeelen. Blijkt de noodzakelijkheid cener Overschriiding ten gevolge van wecrs- Omstandigheden, enz. in den loop van een begrootingsjaar, 200 moet voorafgaand overleg met de andere Partij en aanvraaug om hare toestem- ming plaats hebben. Meerdere uit- gaven, waarover niet vooraf over- censtemming met de andere partij verkregen is, Komen alleen ten laste van den Staat, welke deze gemankt heett. Artikel 7. Blijkt uit het sub 3 van artikel 4 bedoelde protokol, dat minder uit- Legeven is dan begroot was, 200 Komt het overblijvende beiden Re- Leeringen ten goede en wel ieder voor de hellt. Artikel 8. Als kosten, welke op grond Van dit verdrag door beide Staten gemeenschappelik te dragen zijn, worden niet beschouwd de uitgaven