Artikel 2.
Die im Artikel 1 bezeichneten Be-
scheinigungen müssen die Ware nach
dem Namen des Absenders und des
Empfängers, dem Versendungs= und
dem Bestimmungsorte sowie der Zahl
und Art, dem Rohgewicht und Inhalt
der Frachtstücke bezeichnen. Sie sind
von der Eingangsgollstelle ohne Rück-
sicht darauf, ob die Ware zum Ver-
bleib im Einfuhrland oder zur Durch-
fuhr bestimmt ist, sogleich nachdem die
zollamtliche Anmeldung geschehen ist,
frei von Gebühren, insbesondere auch
von Stempelgebühren, auszufertigen und
alsbald der Ausgangszollstelle des Aus-
fuhrlandes zuzustellen. Werden die Be-
scheinigungen mit der Post übersandt,
so sind die Briefe von der absendenden
Zollstelle zu frankieren; die Erstattung
der Portokosten darf nicht beansprucht
werden.
Artikel 3.
Die Bestimmung des Artikel 1 findet
keine Anwendung auf Waren, die mit
der Post ausgeführt werden.
Artikel 4.
Der Regierung jedes der beiden
Länder steht es frei, von dieser Verein-
barung jederzeit zurückzutreten.
Artikel 5.
Diese Vereinbarung tritt nach Aus-
wechselung der Genehmigungserklärun--
gen der beiderseitigen Regierungen an
104
Artikel 2.
De in artikel 1 genoemde be-
Wyzen moeten inhouden: den naam
van den afzender en van den ge-
adresseerde; de plaats van afzending
en die van bestemming, 2oomede
het aantal en de soort, het bruto-
gewicht en den inhoud der colli.
De bewyzen moeten worden al-
gegeven door het kantoor, waar
langs de invoer geschiedt, onver-
schillig of de goederen tot verblyf
binnenslands of ten doorvoer be-
stemd zyn, dadelyk nadat de aan-
gifte heeft plaats gehad en wel vry
van kosten, in het byzonder ook
van zegelrecht; deze bewyzen moeten
zoodra mogelyk aan het kantoor,
wWaarlangs de uitvoer geschiedde,
worden toegezonden. Wanneer de
bewyzen per post worden verzonden.
moeten de brieven door het kantoor
van afzending worden gefrankeerd,
terwyl geen aanspraak bestaat op
teruggaaf van frankeerkosten.
Artikel 3.
IIet bepaalde by artikel 1 is
niet van toepassing op goederen,
die per post uitgevoerd worden.
Artikel 4.
Elk der beide Regeeringen heeft
het recht de tegenwoordige over-
eenkomst te allen tyde te doen
eindigen.
Artikel 5.
Deze overeenkomst trecdt in
werking na uitwisseling der be-
krachtigingen der wederzydsche Re-