Artikel 12.
Wenn ein Preußisches Schiff bei
einem offenen Hafen Japans anlangt,
soll es ihm freistehen, einen Lootsen anzu-
nehmen, der es in den Hafen führt.
Ebenso soll es, wenn es alle gesetzlichen
Gebühren und Abgaben entrichtet hat
und zur Abreise fertig ist, einen Lootsen
annehmen können, um es aus dem Hafen
binauszuführen.
Artikel 13.
Preußische Kaufleute sollen, wenn sie
Waaren in einen offenen Hafen Japans
eeeführ und die darauf haftenden
Zölle entrichtet haben, berechtigt sein, von
der Japanischen Zollbehörde ein Certi-=
sikat über die geschehene Entrichtung
dieser Zölle zu verlangen, und auf Grund
dieses Certisikats soll ihnen freistehen,
dieselben Waaren wieder aus= und in
einen anderen offenen Hafen Japans ein-
zuführen, ohne daß sie nörhig haͤtten,
irgend welche weiteren Zoͤlle davon zu
entrichten.
Artikel 14.
Alle von Preußischen Unterthanen in
einen offenen Hafen Japans eingefuͤhrten
Waaren, von welchen die in diesem Ver-
trage festgesetzten Zölle entrichtet worden
sind, sollen von den Japanern nach allen
Theilen des Kaiserreichs versandt werden
können, ohne daß Vavon icwend eine Ab-
gabe oder Transitzoll, welchen Namen
dieselben auch haben mochten, gezahlt
zu werden braucht.
Artikel 15.
Alle fremden Münzen sollen in Ja-
Arlikel 12.
Wanneer en Pruisisch schip op
de hoogte van een der opengestelde
havens van Japan aankomt, zal het
üury zyn een loods te nemen, ten
einde in de haven gebragt te worden.
Gelykerwyze zal det, na alle wet-
ie schulden en regten te hebben
afgedaan en gereed zynde tc ver-
trekken, een loods kunnen nemen,
ten einde uit de haven gebragt te
worden.
Artikel 13.
Pruisische Kooplieden zullen,
Wanneer zy in eene opengestelde
haven van Japan koopwaren hebben
ingevoerd., en de daaropstaande reg-
ten betaald, het regt hebben, van de
Japansche tol-autoriteiten een cer-
tilicaat voor de gedane betaling dier
regten te verlangen, en dit certilicaat.
zal hun de vryheid geven de ge-
noemde Koopwaren weder uit-en
in eene andere opengestelde haven
van Japan in te voeren, zonder dat
zyV daarvoor eenige andere regten
hocgenaamd behoeren te betalen.
Artikel 14.
Alle door Pruisische onderdanen
in een der opengestelde havens van
Japan ingevoerde en de, by dit
Tractaat, vastgestelde regien betaald
hebbende gocderen zullen door de
Japanners naar alle gedeelten! van
het keizerryk kunnen worden ver-
voerd, zonder dat daarop eenige
belasting of doorvoerregt, hoege-
naamd, betaald behoell te worden.
Artikel 15.
Alle vreemde munt zal in Japan