sönlich ein den Nachlaß betreffender An-
spruch geltend gemacht werden kann.
Artikel 25.
Das Erbrecht, sowie die Theilung
des Nachlasses des Verstorbenen richten
sich nach den Gesetzen seines Landes.
Alle Ansprüche, welche sich auf Erb-
recht und Nachlaßtheilung beziehen, sollen
durch die Gerichte oder sonst zuständigen
Behörden desselben Landes und in Ge-
mäßheit der Gesetze dieses Landes ent-
schieden werden.
Artikel 26.
Wenn ein Deutscher in der Süd-
afrikanischen Republik oder ein An-
gehöriger der Südafrikanischen Republik
in Deutschland an einem Orte verstirbt,
an welchem oder in dessen Nähe eine
Konsularbehörde seines Staates nicht
vorhanden ist, so hat die zuständige
Ortsbehörde nach Maßgabe der Landes-
gesetze zur Anlegung der Siegel und
zur Verzeichnung des Nachlasses zu
schreiten. Beglaubigte Abschriften der
darüber aufgenommenen Verhandlungen
sind nebst der Todesurkunde und den
die Staatsangehörigkeit des Verstor-
benen darthuenden Schriftstücken binnen
kürzester Frist der nächsten Konsular-
behörde zu übersenden.
Die zuständige Ortsbehörde soll zur
Sicherung des Nachlasses alle durch die
226
naren persoonlijskk eene vordering
betreffende de nalatenschap kan
worden ingesteld.
ARTIKEL 25.
Het erfrecht, alsmede de ver-
deeling van de nalatenschap des
overledenen regelen zich naar de
wetten van zizn land.
Alle vorderingen die op erfrecht
en verdeeling van eene nalatenschap
betrekking hebben, zullen door de
rechters of andere bevoegte autori-
teiten van dat zelffde land overeen-
komstig de wetten van dat land
beslist worden.
ARTIEI, 26.
Indien een Duitscher in de Zuid-
Afrikaansche Republiek of een
onderhoorige van de Zuid-Afri-
kaansche Republiek in Duitschland
Op eene plaats sterft waar of in de
nabijheid waarvan geen consulair
ambtenaar van ziju staat aanwezig
is, 200 heeft de bevoegde plaatselijke
autoriteit overeenkomstig de lands-
wetten stappen te doen tot ver-
zegeling en inventarisatie der nala-
tenschap. Gewaarmerkte afschriften
der daarvoor opgestelde stukken
moeten met de akte van overlijden
een de stukken waaruit de natio-
naliteit des overledenen blijkt, zoo
socdig mogeliskr worden over-
gemaakt aan den meest nabijzijn-
den consulairen ambtenaar.
De bevoegde plaatselijke autori-
teit moet tot zekerheid der nalaten-
