----880---- Minister bei Ihrer Majestät der
Königin der Niederlande, Herrn
Karl von Schlözer,
Ihre Majestät die Königin der
Niederlande:
Allerhöchstihren Minister der aus-
wärtigen Angelegenheiten, Herrn
Baron R. Melvil von Lynden,
welche nach gegenseitiger Mitteilung
ihrer in guter und gehöriger Form be-
fundenen Vollmachten über folgende Ar-
tikel übereingekommen sind:
Artikel 1.
Die Angehörigen jedes vertrag-
schließenden Teiles sollen berechtigt sein,
sich in dem Gebiete des anderen Teiles
ständig niederzulassen oder dauernd oder
zeitweilig aufzuhalten, wenn und so lange
sie die dortigen Gesetze und Polizeiver-
ordnungen befolgen.
Um dieses Recht beanspruchen zu
können, müssen sie mit gültigen Pässen
oder anderen genügenden Ausweispapie-
ren über ihre Person und ihre Staatsange-
hörigkeit versehen sein; die beiden Teile
werden sich durch Notenaustausch dar-
über verständigen, welche Ausweispapiere
außer den Pässen als genügend anzu-
sehen sind.
Artikel 2.
Durch die Bestimmungen des Ar-
tikel 1 wird nicht berührt das Recht jedes
vertragschließenden Teiles, Angehörigen
des anderen Teiles die Niederlassung
oder den Aufenthalt zu untersagen, sei
es infolge eines gerichtlichen Urteils, sei
es aus Gründen der inneren oder äuße-
———
nister bij Hare Majesteit de
Koningin der Nederlanden, den
heer Karl von Schlözer,
Hare Majesteit de Koningin
der Nederlanden:
Hoogstderzelver Minister van
Buitenlandsche Zaken, den heer
R. Melvil baron van Lynden,
die na elkander hunne in goeden
en behoorliskken vorm bevonden vol-
machten te hebben medegedeeld.
zimn overeengekomen nopens de vol-
gende artikelen:
Artikel 1.
De onderdanen van elke der beide
contracteerende Partijen hebben het
recht zich binnen het gebied der
andere Partij te vestigen of bij voort-
during of tidelizk aldaar te verblil-
ven, indien en zoolang zij de daar
geldende wetten en verordeningen
naleven.
Om op dit recht aanspraak te
kunnen maken, moeten zij voorzien
zijn van geldige paspoorten of andere
bewijssstukken, voldoende om hunne
identiteit en nationaliteit te staven;
de beide Partisen zullen bij utt-
Wisseling van nota's overeenkomen.
welke papieren, behalve de pas-
Poorten, als voldocnde bewijsstuktken
zullen worden Aangemerkt.
Artike! 2.
Door de bepalingen van artikel!
wordt geene inbreuk gemaakt op
het recht van elke der beide con-
tracteerende Partijen om onderdanen
van de andere Partij de vestiging
of het verbliif te ontzeggen, hetzijop
grond van een rechterlizk gewhsce,
