rufs der Erben oder Gläubiger erlassen
und diese Bekanntmachungen der Kon-
sularbehörde mittheilen, unbeschadet der
Bekanntmachungen, welche in gleicher
Weise von dieser etwa erlassen werden.
Artikel 19.
Die Konsularbehörde kann alle be-
weglichen Nachlaßgegenstände, welche
dem Verderben ausgesetzt sind, und alle
diejenigen, deren Aufbewahrung dem
Nachlaß erhebliche Kosten verursachen
würde, unter Beobachtung der durch die
Gesetze und Gebräuche des Landes
ihres Amtssitzes vorgeschriebenen Formen
öffentlich versteigern lassen.
Artikel 20.
Die Konsularbehörde hat die ver-
zeichneten Nachlaßgegenstände, den Be-
trag der eingezogenen Forderungen und
erhaltenen Einkünfte, sowie den Erlös
aus dem etwa stattgehabten Verkauf von
Nachlaßgegenständen bis zum Ablauf
einer Frist von sechs Monaten, von dem
Tage der letzten Bekanntmachung, welche
die Ortsbehörde hinsichtlich der Eröffnung
des Nachlasses erlassen hat, an gerechnet,
oder, falls von der Ortsbehörde keine
Bekanntmachung erlassen worden ist,
bis zum Ablauf einer Frist von acht
Monaten, von dem Todestage an ge-
rechnet, zu verwahren.
Die Konsularbehörde soll jedoch die
Befugniß haben, die Kosten der letzten
Krankheit und der Beerdigung des Ver-
222
nalatenschap en de oproeping der
erlgenamen of schuldeischers en
deze aankondigingen aan den con-
sulairen ambtenaar mededeelen,
onverminderd de aankondigingen
die op gelijke wijze door dezen
kunnen gedaan worden.
ARTIXEL I19.
De consulaire ambtenaar kan
alle bederfelike roerende voor-
werpen der nalatenschap en alle
zo0o0 danige waarvan het bewaren
aanmerkelijke kosten aan de nala-
tenschap zou veroorzaken, met in-
achtneming van de vormen voor-
geschreven door de wetten en ge-
bruiken van het land waar hij ziin
zetel heeft, in het openbaar laten
Vverkoopen.
ARTIRXEL 20.
De consulaire ambtenaar heeft de
geinventariseerde voorwerpen der
nalatenschap, het bedrag der ont-
vangen Schuldvorderingen en in-
komsten, alsmede de opbrengst van
den verkoop van voorwerpen der
nalatenschap te bewaren tot den
affloop van een termijn van zes
maanden te rekenen van den dag
der laatste aankondiging die de
laatselikke autoriteit omtrent het
Openvallen der nalatenschap gedaan
heeft, of indien door de plaatselijke
sautoriteit geene aankondiging ge-
schied is, tot den afloop van een
termisn van acht maanden na den
dag van het overlijden.
De consulaire ambtenaar heeft
echter de bevoegdheid, de kosten
Van de laatste ziekte en de begra-
