sind zur Ergänzung des zwischen dem
Deutschen Reiche und den Niederlanden
abgeschlossenen Vertrags über Unfall-
versicherung vom 27. August 1907
über folgende Bestimmungen überein-
gekommen:
Artikel I.
In den zwischen dem Deutschen
Reiche und den Niederlanden abge-
schlossenen Vertrag über Unfallver-
sicherung vom 27. August 1907 wird
zwischen den Artikeln 3 und 4 der nach-
stehende neue Artikel eingefügt:
Artikel 3a.
Soweit nach den Artikeln 1 bis 3
die dort bezeichneten Betriebe der Unfall-
versicherung eines der vertragschließenden
Teile unterstellt sind, gilt die Unter-
stellung für die in den Betrieben be-
schäftigten Personen auch dann, wenn
sie ihren Wohnsitz nicht im Gebiete
dieses Teiles haben.
Artikel II.
Die im Artikel 1 vorgesehene Be-
stimmung des neuen Artikel 3 a erstreckt
sich auch auf solche Unfälle, die sich
vor Inkrafttreten des gegenwärtigen
Vertrags ereignet haben, in Ansehung
deren aber vor oder an dem Tage des
Inkrafttretens eine rechtskräftige Ent-
scheidung nicht ergangen ist.
Artikel III.
Dieser Vertrag wird durch Seine
Majestät den Deutschen Kaiser und durch
Ihre Majestät die Königin der Nieder-
322
ziin overeengekomen het tusschen
het Duitsche Rijk en Nederland ge-
sloten verdrag betreffende ongevallen-
verzekering van 27 Augustus 1907
als volgt aan te vullen:
Artikel I.
In het op 27 Augustus 1907 tu-
sschen het Duitsche Rijk en Neder-
land gesloten verdrag betreffende
ongevallenverzekering wordt tu-
sschen de artikelen 3 en 4 het vol-
gende nieuwe artikel opgenomen:
Artikel Za.
Voor zoover ingevolge de artike-
len 1 tot en met 3 de daar bedoelde
ondernemingen aan de ongevallen-
verzekering van eene der verdrag-
Sluitende Partijen zijn onderworpen.
zijn de in die ondernemingen werk-
zame personen aann die ongevallen-
Verzekering onderworpen, ock indien
zi hunne woonplaats niet binnen
het gebied dier Parti; hebben.
Artikel II.
De in artikel I vervatte bepaling
Van het nieuwe artikel 3 a E ook
van toepassing ten aanzien van
ongevallen, welke plaats hadden
vöör het in werking treden van dit
verdrag, voor 2oover ter zake
daarvan niet eene beslissing was
genomen, welkc vöör of op den
dag van dat in werking treden on-
àaantastbaar was geworden.
Artikel III.
Dit verdrag zal worden bekrach-
tigd door Zijne Majesteit den Dutt-
schen Keizer en door Hare Msjesteit
