Auswärtigen Amts, Herrn Hein-
rich von Tschirschky und
Bögendorff,
Ihre Majestät die Königin der
Niederlande:
Allerhöchstihren außerordentlichen
Gesandten und bevollmächtigten
Minister bei Seiner Majestät dem
Deutschen Kaiser, König von
Preußen, Herrn Baron Wilhelm
Alexander Friedrich Gevers,
welche, nachdem sie ihre Vollmacht ein-
ander nachgewiesen haben, über folgende
Artikel übereingekommen sind:
Artikel 1.
Auf die nach den Gesetzen beider ver-
tragschließenden Teile der Unfallver-
sicherung unterliegenden Betriebe, welche
ihren Sitz in dem Gebiete des einen
Teiles haben und ihre Tätigkeit auch
in dem Gebiete des anderen Teiles aus-
üben, finden, vorbehaltlich der in den
Artikeln 2 und 3 vorgesehenen Aus-
nahmen, für die im Gebiet eines jeden
Teiles ausgeführten Tätigkeiten aus-
schließlich die Unfallversicherungsgesetze
dieses Teiles Anwendung.
Soweit nach Abs. 1 die aus dem
Gebiete des einen Teiles übergreifenden
Betriebstätigkeiten der Gesetzgebung des
anderen Teiles unterstellt sind, gelten
sie als Betrieb im Sinne dieser Gesetz-
gebung. Weitere Ausführungsbestim-
mungen zu diesem Vertrage werden von
jedem Teile, soweit sie für seine Unfall-
versicherung erforderlich sind, selbständig
getroffen, und zwar auf deutscher Seite
-- 764 --
Van Buitenlandsche Zaken, den
IIeer Hendrik von Tschirsch---
ky en Bögendorkf,
Hare Majesteit de Koningin
der Nederlanden:
Hoogstderzelver Buitengewoon
Gezant en Gevolmachtigd Mi-
nister bij Zijne Majesteit den
Duitschen Keizer, Koning van
Pruisen, den Heer Wilhelm
Alekander Frederik Baron
Gevers,
die, na elkander hunne volmacht
vertoond te hebben, welke in goede
orde is bevonden, omtrent de vol-
Bende artikelen zijin overeengekomen:
Artikel 1.
Op de naar de wetten van beide
contracteerende Partijen aun de onge-
vallenverzekering onderworpen on-
dernemingen, welke binnen het ge-
bied van een der Partijen gevestigd
zijn, en haar bedriif, ook binnen het
gebied van de andere Partij uit-
Oelenen, is, behoudens de in de ar-
tikelen 2 en 3 gemaakte uitzonde-
ringen, ten aanzien van de binnen
het gebied van elk der Partijen
verrichte werkzauamheden, uitsluitend
van toepassing de ongevallenwet der
Partij, binnen wier gebied de werk-
zaamheden verricht worden.
Voor zoover tengevolge van de
bepaling van het eerste lid werk-
zaamheden, deoor een binnen het
gebied van cen der Partijen ge-
vestigle onderneming bimnen het
gebied van de andere bartij nit-
gevocrd, aan de ongevallenwet ge-
ving van laatstbedoelde Partij onder-
Worpen zün, worden die werkzanm-
heden als een onderneeming in den
