— 734 —
13. Fälschung und Verfälschung der 13°. het namaken en vervalschen
von Reichs- oder Staatswegen
ausgegebenen Stempelzeichen oder
Marken, in der Absicht, sie als
echt zu verwenden;
14. Urkundenfälschung, einschließlich der
Fälschung von Banknoten und Be-
wirkung einer unrichtigen amtlichen
Beurkundung, sofern bei diesen
Handlungen ein Gebrauch der ge-
fälschten oder falschen Urkunde be-
absichtigt ist und aus dem Gebrauch
ein Schaden entstehen kann; wissent-
licher Gebrauch solcher Urkunden,
aus dem ein Schaden entstehen
kann; sowie wissentliche Einführung
falscher oder verfälschter Noten
einer kraft des Gesetzes bestehenden
Notenbank in der Absicht, sie als
echt und unverfälscht in Verkehr
zu bringen, sofern der Thäter bei
ihrem Empfange von der Fälschung
oder Verfälschung Kenntniß hatte;
15. Meineid;
16. Bestechung, insofern Geschenke oder
Versprechen einem Richter in rechts—
widriger Absicht gemacht oder von
einem Richter oder sonstigen Be-
amten rechtswidrig angenommen
werden; Erpressung durch Beamte,
Unterschlagung begangen von Be-
amten oder anderen zu einem
öffentlichen Dienste dauernd oder
zeitweise bestellten Personen;
Vvan de van Riiks- of van Staats-
Wege uitgegeven 2zegels met het
Oogmerk om die zegels als echt
„#n onvervalscht te gebruiken
#f door anderen te doen ge-
bruiken;
valschheid in geschrilte, met
inbegrip van het namaken van
bankbiljctten en het doen op-
nemen van eene valsche opgave
in eene authenticke akte, indien
bi) deze handelingen het oog-
merk bestaat, om van deze
vervalschte of valsche (nage-
maakte) stukken gebruik te
maken, en uit dat gebruik
nadeel kan ontstaan; het op-
zetteliikk gebruik maken van
zulke stukken, wanncer door
dat gebruik een nadeel ontstaan
kan; evenals het oprzettelijk
invoeren van nagemaakte of
vervalschte biljetten eener
krachtens de wet bestaande
circulatiebank met het oog-
merk, deze als echt en onver-
valscht in het verkeer te
brengen, in geval de dader,
toen hij die stukken ontving,
met de valschheid of verval-
sching bekend was;
meineed:
Oomkooping, voor 200 verre
gitten of beloften aan een
rechter met een wederrechte-
likk oogmerk gedaan zisjn of
door een rechter of door an-
dere ambtenaren wederrechte-
liikk aangenomen worden; kne-
velari; door ambtenaren, ver-
duistering door ambtenaren of
door andere met den openbaren